29 september 2015
|
Door:
Marissa
Aantal keer bekeken
169
Aantal reacties
Frasereiland,
Australië
a
A
Fraser Island en Cattle Station
En dan komt datgene waar we al zo’n lange tijd op wachten, waarvan iedereen zegt dat het zoooo fantastisch is, FRASER ISLAND. Nu maar eens kijken of het het wel echt waard is.. al die lof.
Vanuit Brisbane vertrekken we vandaag naar Noosa, een dorp zo’n twee uur boven Brisbane gelegen, met de bus. Bij aankomst checken we in, uiteraard Nederlanders achter de balie… Zo raar, dan geef je je paspoort af en dan beginnen ze zonder waarschuwing Nederlands te praten, die schakeling is behoorlijk raar als je al even geen Nederlands meer gesproken hebt. Daarna loop ik mijn 16 (!) persoonskamer binnen, met maar 2 oplaadpunten, dat wordt lachen (niet dus). Gelukkig is het maar voor een nachtje. Even later loop ik terug naar de receptie waar ik in gesprek raak met een meisje van de Loka bus. Ze nodigt me uit om mee te gaan naar het strand met wat andere mensen uit haar kamer later. Na zo’n 10 minuten lopen komen we aan in Noosa centrum en nog 1 minuut verder lopen we het strand op. Een meisje heeft haar gitaar meegenomen, dus zij zorgt voor ons entertainment, terwijl wij genieten van de zon, zee en muziek! Daarna lopen we terug en fantaseren we over het kopen van al die prachtige huizen aan het strand (Fun Fact: de goedkoopste woning was zo’n 400.000 dollar, wat in feite maar 250.000 euro is, moet lukken toch? De meeste huizen lagen overigens wel dik over de miljoen heen hoor, of waren ‘onderhandelbaar’, dan weet je ook wel hoe laat het is).
’s Avonds was het gratis eten in het hostel, aangezien we door verbouwing van de keuken zelf niet konden koken. Alleen die beloofde 7 uur, werd 8, werd 9, werd koud voedsel. Maar goed, gratis he, daar houden wij Hollanders toch van;) Terwijl ik terugloop naar mijn kamer kom ik Ciara tegen, samen met twee andere Ierse. Samen gaan we naar, je raad het al, de Ierse bar op de hoek (hoe eindig ik toch altijd in de Ierse bar, vraag je je af? Nou, dat komt omdat ze hier maar een paar verschillende soorten bars kennen: Nachtclubs, de veel te dure bars en de Ierse bar). In de bar worden we nog vergezeld door een andere Ier en een Duitser. Na een gezellig avondje merken we dat de tafels naast ons worden schoongemaakt en dat de bar toch wel aardig leeg is geraakt. Het moment om op te stappen lijkt ons zo. We besluiten nog even naar de bar te gaan bij ons hostel (type Nachtclub, gelukkig wel met een sluitingstijd van 12 uur, anders zou het slapen toch wel lastig worden) en gaan dan ons bedje toe.
Na een relatief kort nachtje, door op te moeten staan om 5 uur, want ja Marissa heeft natuurlijk nog niet gedacht aan het pakken voor een tas voor Fraser, aangezien we onze Backpack niet mee mogen nemen, is het dan bijna tijd voor Fraser. Zo stilletjes mogelijk met een zaklamp probeer ik alles bij elkaar te rapen, gelukkig was ik al wel slim genoeg om wat dingen apart te leggen, waardoor het alleen nog een kwestie is van laatste dingetjes en proppen. Daarna genieten van ons gratis ontbijtje, tassen in de opslagruimte en wachten…wachten…wachten…op de buschauffeur, die op typisch Australische wijze lekker laat is.
Een hobbelig ritje met vele slaappogingen later komen we aan in Rainbow Beach, bij de organisatie die ons naar Fraser gaat brengen. Nadat de rekeningen verheft zijn en de chauffeurs bepaald, laadden we ons vol in de drie 4wielaandrijvingswagens. De niet-chauffeurs (waar ik er helaas een van ben, aangezien ik de leeftijd van 21 nog niet bereikt heb) laadden zich in de auto bij onze tour guide, 10 man in totaal. De rest verspreid zich over de twee andere wagens.
Daar gaan we dan, zo’n 20 minuten later staan we op de ferry, om naar het eiland te varen. Tijdens deze rit blijft de guide maar schreeuwen dat we moeten opletten, want we gaan gegarandeerd dolfijnen zien. Niet dus… Ach ja, we doen het maar met de belofte van al die andere wilde dieren op het eiland. Eenmaal aangekomen rijden we over de ‘snelweg’, oftewel het strand waarop je 80 km/h op mag rijden, naar ons hostel voor de komende twee nachten. Daar lunchen we en dumpen we onze spullen.
Laat het avontuur nu maar beginnen! Eerste bestemming: Lake McKenzie. Een prachtig meer, iets wat jullie wederom weer op mijn woord zullen moeten aannemen, aangezien het maken van foto’s daar wel het laatste is waar ik aan dacht. Het water in, dat is wat je wil! Het heerlijke warme, heldere water, met het prachtige witte zand, dat volgens onze tour guide een vervanging is van tandpasta? Hmm…ik vind het vooral nogal onhandig en knapperig met al dat zand in je mond. Na een uurtje gezwommen te hebben maken we onze weg terug naar de snelweg door hobbelige bospaadjes en checken we in in het hostel, waar we de rest van de dag vrij krijgen om lekker te genieten.
Na het avondeten verzamelen we met z’n allen in 1 kamer, waar we een spel doen waarbij iedereen dieren voorstelt en je zo snel mogelijk dieren moet uitbeelden etc. Niet zo belangrijk hoe het werkt, wat wel belangrijk is, is het resultaat van dit spel. Na een drie dagen ken ik van de meeste mensen op de trip nog steeds enkel kun ‘dierennaam’ i.p.v. hun echte naam. Ach ja, leuke bijnamen toch;) (voor wie het zich afvraagt, krokodil hiero). Behalve van mijn autogenootjes, die heb ik dan wel echt goed leren kennen. Heeft toch wel nut als je met z’n alle op twee rijtjes tegenover elkaar zit. Daarna zijn we nog met de groep de bar in gegaan en hopla naar bed.
’s Ochtends lekker vroeg ontbijten om vervolgens te gaan kijken naar een wrak. Letterlijk een wrak. Een wrak dat er al 80 jaar ligt, puur omdat mensen te lui zijn geweest het op te ruimen, en dat nu als ware toeristische attractie wordt verkocht. Pas wel op, het ding staat op instorten en langs de snelweg, dus zet een stap naar achteren en je ligt misschien onder een auto, maar echt, je moet het wrak gezien hebben. Nou, check!
Daarna door naar de Champagne Lakes, wateren die helaas niet zoals de naam doet vermoeden bestaan uit wijn, maar uit warm water, dat niet eens bubbelt. Gelukkig wel lekker om even in te duiken, of nou ja wandelen, duiken is misschien een beetje gevaarlijk. Vlakbij de Champagne Lakes, was de Indian Head. Een plaats die nu gezien wordt als prachtig uitkijkpunt over Fraser Island, maar die nogal een lugubere geschiedenis heeft. Die geschiedenis zal ik je besparen, je kunt altijd even googlen, maar het was het zeker waard om via de rotsen omhoog te klimmen voor het uitzicht. Op de terugweg kwamen we langs Eli Creek, een beekje waarin je kunt zwemmen en waar je het water zou moeten kunnen drinken, maar door hoeveelheid kinderen in het water, heb ik dat toch niet aangedurfd (je weet maar nooit). We liepen met de groep naar het begin van de beek en werden toen door een ‘stroomversnelling’ naar voren gebracht. Een heerlijk ontspannend momentje.
Dan is het weer tijd voor de terugreis, het avondeten en een spelletje pool, waarna we wederom een verzameling hadden in een kamer om te socializen. Even later stonden we in de bar totdat de lichten weer aangingen om het einde aan te geven. Iets wat resulteerde in een wandeling naar het strand, uiteraard met genoeg mensen om ‘Dingo-safe’ te zijn. Dingo’s zijn vossen/wilde honden die rondlopen op het eiland en extreem gevaarlijk zijn (volgens sommigen, anderen zeggen dat ze je niks doen), dus om ‘Dingo-safe’ te zijn moet je met minstens 4 mensen naar het strand. Hoe dat je red als je een hele roedel tegenkomt? Niemand weet… Maar goed, ik dwaal af. Eenmaal op het strand meent een meisje een Dingo te zien en ondanks dat we allemaal kijken en lampen schijnen is er nergens een Dingo te bekennen, toch besluiten we maar terug te gaan. We nemen nog even plaats in een kamer, kletsen nog wat na en gaan dan ons bedje in.
De volgende ochtend rijden we naar Lake Wobby, een meer dat vroeger zo’n 10x zo groot was en dat over een paar jaar waarschijnlijk helemaal verdwenen is, doordat de wind vanuit de zee de zandduinen steeds verder naar achter verplaatsen. Om daar te komen legde we een wandeling van 2 kilometer af en gingen we een steile zandhelling naar beneden. En zie daar, het prachtige meer, niet zo mooi als Lake McKenzie, maar het was zeker de wandeling wel waard. Helaas, als je een helling afgaat, moet je die helling ook weer op… Buiten adem bovengekomen, maken we nog een wandelingetje over de duinen die vroeger ook bij het meer hoorde en dan is het tijd om de wandeling weer terug te maken naar de auto. We rijden richting de ferry om weer terug te gaan naar Rainbow Beach, komen onderweg een gigantische file tegen..ja, een file op een strand, rijden erlangs, door de bossen richting een afgelegen picknick plek, hebben daar onze laatste lunch en vertrekken dan richting de file, waar onze chauffeur onze drie auto’s op wonderbaarlijke wijze een plek weet in te praten door te spreken met de mensen achter ons. We skippen hiermee de halve file, mooi meegenomen!
Je vraagt je nu af, Marissa, waar zijn al die wilde dieren waar je het over had? Ja, dat vraag ik me ook af, ik heb niks gezien, geen Dingo (iets waarvoor we zoveel gewaarschuwd werden), geen vogels, geen walvissen, geen schildpadden, niet eens een mug (nou ja, dat is misschien maar goed ook).
Op naar Noosa, via onze hobbelige weg terug naar het hostel om lekker uit te rusten. We worden met een grote groep van Fraser in dezelfde kamer gezet, wat zorgt voor een gezellig avond en After Party in de bar, waarbij we ons avontuur afsluiten met nog eenmaal het dierenspel ( wat voor nogal wat rare blikken vanuit de andere barbezoekers zorgt of misschien waren ze gewoon bang van zo’n grote groep luidruchtige jongeren, dat kan natuurlijk ook).
Na het ontbijten kom ik een aantal mensen van Fraser weer tegen en spontaan besluiten we met een groep van 11 man te gaan wandelen in Noosa National Park. We proppen onszelf in de twee wagens die we hebben, rijden naar een entree (kleine miscommunicatie, er zijn meerdere entrees, beiden auto’s rijden naar een andere), komen samen en beginnen onze wandeling. Eerst een heel stuk door een bos, waar we (eindelijk) wilde dieren zien, een leguaan, vogels en jawel, we zien zelfs een slang (dankzij een lokale vrouw die ons erop wees naar boven in de boom te kijken). De wandeling vervolgt langs allerlei stranden met prachtige uitzichten en dan eindelijk jaaaaa, zien we die walvissen die ons beloofd zijn. Ook al zijn ze ver weg en waren ze niet echt goed te fotograferen, ze waren er toch echt. YES! Na de wandeling gaan we met z’n allen lunchen en dan is het afscheid geblazen van onze campers, die met hun wagentjes weer verder gaan. ’s Avonds eten we weer in het hostel en daarna maken we het gezellig in onze kamer met de overgebleven Fraser mensen.
De laatste dag in Noosa is weer aangebroken, gelukkig met alle tijd vandaag om uit te checken, want de bus vertrekt pas tegen de middag. We nemen afscheid van iedereen die nog over is en met de Loka mensen wachten we tot de bus aankomt. De bus brengt ons vervolgens naar het treinstation, waar we onze nieuwe tour guide ontmoeten, Dribbles. Een man van tegen de 40 die zeker weten nog denkt dat hij jong is en ook het geluk heeft dat hij niet hoeft te rijden, maar enkel met ons de trein in moet stappen, want een goede avond heeft hij zeker gehad gisteren. Maar dit is wel de eerste tour guide, na Swanny (de hipster), die gezellig met ons mee kletst en ook veel weet te vertellen over zowel Australia, als Nieuw-Zeeland en Azië. Hij verteld ook over een aantal gevaren, zoals bijvoorbeeld dat hij bijna 10 jaar de gevangenis in had gemoeten, omdat ze hem bij de ambassade een gestolen visa hadden verkocht i.p.v. een normale, waar hij natuurlijk geen weet van had. Gelukkig kwam hij er goed mee weg, door een goede werkgever die hem heeft uitgekocht, maar de anderen met gestolen visa’s hadden minder geluk. Hoewel het een schokkend verhaal is, was het zeker interessant, net als vele andere verhalen die hij te vertellen had. Op die manier ging de treinreis van 7 uur wel een stuk sneller voorbij.
Eenmaal aangekomen bij het treinstation werden we opgehaald door iemand van de Cattle Station, waar we die nacht zouden verblijven. Ondertussen is het compleet donker en rijden we door een bos heen richting de Cattle Station als de chauffeur plots hard remt. Een Walibi rende met snelheid ineens de weg op. Gelukkig hebben we het dier niet geraakt en konden we verder. We kwamen aan op een grote ranch, zoals je ze altijd ziet in de Amerikaanse films. We gaan rond een kampvuurtje zitten en krijgen heerlijke stoofpot. Daar heb je wel trek in na zo’n lange dag reizen. Even later zetten we onze swags op (een-persoons-tent) en slapen we onder de sterrenhemel buiten.
Vroeg in de ochtend word ik wakker van het licht dat door de tent komt en even later hoor ik dat langzaam iedereen wakker wordt. We maken ons klaar voor het voeren van de dieren op de boerderij, voeren de diertjes en gaan vervolgens terug om te ontbijten. De vrouw van de ranch vertelt me dat ze deels Nederlands is, maar dat ze geen Nederlands spreekt. Hoezo dat dan, vraag ik. ‘Oh ja, mijn over-over-over-over-grootvader was Nederlands, maar dat telt toch nog?’ Ehm, ja tuurlijk…
Dan maken we een wandeling langs een gebied dat ernstig getroffen is door een tornado een hele tijd geleden en waar je nog steeds van kan zien dat het niet hersteld is. De wandeling duurt ongeveer een uur. Teruggekomen springen we weer in de shuttle die ons nu naar Emu Park brengt en naar een resort waar we die middag zullen verblijven. Een hemels resort, waardoor het bijna een marteling is dat we niet mogen blijven slapen. Die bedden zo hemels, kingsize en GEEN stapelbed. Dat is nog eens een afwisseling na weken van hostelkamers. Helaas het is maar van korte duur. Wel krijgen we de kans om te douchen in die hemelse badkamer, te zwemmen en te genieten in het zonnetje. ’s Middags worden we naar Emu Park gebracht, waar we een wandeling maken naar de Turtle Lookout, een plek vanwaar je vrijwel altijd schildpadden kunt zien zwemmen. Het is even zoeken, maar dan realiseer je je dat die bladeren toch echt schildpadden zijn en even later herken je ze overal. De schildpadden. We lopen nog iets verder, naar een uitzichtpunt waarvandaan je een hoop eilanden kunt zien en maken dan onze weg naar beneden.
De rest van de dag brengen we nog door in het resort en ’s avonds vertrekken we richting het treinstation, om onze nachttrein naar Airlie Beach te halen. Op naar het volgende avontuur: Whitsundays!
Tags: Noosa, Cattle Station, Emu Park